Witlof telen met wiskundige precisie
Het voelt toch altijd als een typisch Hollandse groente, witlof. Toch eten ze hem ook graag in het buitenland. Met zijn groei in het donker, is het een beetje een mysterieuze groente, maar bij Spruit Witlofkwekerij doen ze daar helemaal niet geheimzinnig over. Dirk Spruit vertelt er met veel passie en liefde álles over.
Voor wie nog niet weet hoe witlof groeit, is het goed om eerst te ontdekken hoe dat gaat. Dat helpt namelijk tijdens het lezen van dit artikel.
Dirk: ‘Witlof is een tweejarig gewas. Het eerste jaar groeit het buiten en het tweede jaar binnen in het donker. In mei zaaien we op zo’n 120 hectare grond in de Noordoostpolder en in Zeeland. We werken hier samen met 20 verschillende telers. In de maanden daarna groeien op deze percelen de wortels, penen van de witlof. Deze penen zijn de basis van de uiteindelijke groente. Daarom steken we veel tijd en energie in het monitoren van de groei en gaan we elke drie weken zelf langs om te zien hoe het ervoor staat. In oktober en november worden alle penen gerooid en naar Nibbixwoud vervoerd. Hier sorteren we ze, onder andere op grootte. Daarna worden ze in 4200 kuubkisten ingevroren bij -2 graden. Vervolgens ontdooien we iedere week 70 kuubkisten met penen bij een temperatuur van 2 graden. De penen worden in trekbakken geplaatst, met de wortels in water dat wordt aangelengd met voedingsstoffen. In 3 weken tijd groeit vervolgens uit elke peen een krop witlof. In het donker. Doordat de penen in de vriezer niet ontwikkelen en we dus zelf kunnen bepalen wanneer de kroppen gaan groeien, telen we het hele jaar door verse witlof.’
Witlof in de genen
Spruit Witlofkwekerij is een echt familiebedrijf. Vader Roel werkte al in de jaren 60 in het bedrijf van zijn vader, samen met de 9 andere kinderen van het gezin. Toen werd er nog van alles geteeld: groenten, fruit, bloemen en zaad voor een zaadbedrijf. Stuk voor stuk arbeidsintensieve eindproducten. Dat ontwikkelde zich door de jaren heen. Eind jaren zeventig stopte vader Thijs en gingen Roel, Mathe en Antoon verder met het familiebedrijf. Sinds 1980 ging, toen nog, Gebroeders Spruit over naar de teelt op grond en de trek op water. In eerste instantie gebeurde dat alleen van oktober tot mei, maar na enkele jaren werd het een jaarrond proces. In 1996 gingen Roel en Marian Spruit zelfstandig verder met het bedrijf. Met vier zoons kan het niet missen dat minimaal één van de kinderen aangestoken wordt door het ‘virus’. En dat klopt wel. Begin 2000 begonnen zoons Thijs, Dirk en Koos in het bedrijf en sinds 2016 ook de vierde zoon, Ruud. Sinds 1 januari 2021 zijn Thijs, Dirk en Koos volledig eigenaar, zodat Roel en Marian het wat rustiger aan kunnen doen. Alhoewel ze er ongetwijfeld regelmatig nog rond zullen lopen. Haal zo’n bedrijf maar eens uit je systeem!’
Veel lof voor Japan
Dirk: ‘We telen hier 3 rassen witlof en roodlof. Met deze rassen kunnen we het hele jaar door verse witlof leveren. Zo’n 2,5 miljoen kilo per jaar en 50.000 kilo witlof per week. De roodlof gaat voornamelijk naar de horeca en met name naar Japan. We werken hier samen met een Japanse teler die onze penen zelf ‘trekt’ in zijn eigen bedrijf. De penen worden daar nooit zo goed als hier, namelijk. Daarom verschepen we ze die kant op. Helaas is de vraag naar roodlof helemaal ingestort sinds de Coronacrisis. Langzamerhand zal dit wel weer op gang komen. Die samenwerking met die Japanner is er al heel lang. Hij heeft rondom zijn bedrijf een soort themapark gemaakt, waar hij zo’n 1000 mensen per dag ontvangt. Zij ontdekken daar alles over de teelt van wit- en roodlof. Ook heeft hij een restaurant waarin hij alleen maar witlofgerechten serveert. En hij is heel innovatief. Wanneer de witlof geoogst wordt, worden de penen losgesneden van de kroppen. Hier worden de penen afgevoerd om verwerkt te worden als veevoer. In Japan heb je niet zoveel koeien als hier. Daarom verwerkt hij de penen tot zijn eigen saké, koffie, thee en ijs. Van hem kregen we overigens het grote ‘witlof beeld’ dat op ons terrein staat. Niet te missen vanaf de Wijzend!’
Witlof blijft ontwikkelen
‘De teelt van witlof blijft volop ontwikkelen. Dit heeft alles te maken met wetten en regels en nieuwe technieken. We moeten altijd scherp blijven, al is het maar omdat supermarkten alleen met je in zee willen als je aan alle normen en eisen voldoet. We mogen het Planet Proof keurmerk dragen. Daarnaast zit ik in het bestuur van de landelijke gewascommissie. Dit is een vereniging van witloftelers door het hele land. Zo kunnen we meer samenwerken met elkaar. Bij problemen of uitdagingen kun je dan samen kijken hoe je daarmee om gaat. Daarnaast hebben we een bureau in de arm genomen voor de teeltbegeleiding. Zij komen regelmatig over de vloer. Ze kijken dan over onze schouder mee. Ook zij kunnen meedenken bij problemen, maar ook over de toekomst.’
Meten is weten
‘De trekbakken waar de witlofpennen in staan, worden voortdurend voorzien van water met voedingsstoffen. Dit is een gesloten, circulair systeem. De penen worden geanalyseerd en met die gegevens berekenen we hoeveel voeding aan het water moet worden toegevoegd. Ook de temperatuur van het water kunnen we constant aanpassen. Op deze manier kunnen we de groei ook beïnvloeden. Als we willen kunnen we die zelfs een paar dagen vooruit halen of vertragen. Ondanks al die systemen is witlof kweken geen automatisme. Je moet constant monitoren hoe de groei is, wat de kwaliteit van de penen is, en hoe de kroppen erbij staan. En vervolgens gaan iedere peen en krop door de handen van onze medewerkers tot de witlof in de kist ligt waarin hij naar de handelaar gaat. In dat opzicht is witlof een arbeidsintensief gewas. Op dit moment werken we met zo’n 30 mensen uit de regio aan onze trots.’
De toekomst van Spruit
‘Ik zie de toekomst positief in. Er zullen steeds meer telers verdwijnen, maar dat werkt in het voordeel van grote telers die klaar zijn voor de toekomst. Zo leveren we ook steeds meer aan online supermarkten, en naar de gewone supermarkten waar we contracten mee hebben. Dit soort contracten zijn heel waardevol, want ze vormen een vaste basis voor onze afzet. Wat niet onder contract wordt verkocht, gaat naar onze eigen handelaar. Hij zorgt voor de verkoop van onze witlof. Ik wil me niet bezig moeten houden met het spelletje van vraag en aanbod. Wij focussen ons op de teelt van witlof, de handelaar richt zich op het handelen. Ik voorzie wel dat de vraag naar ons product zal blijven groeien. Er moeten tenslotte steeds meer mensen eten én witlof is natuurlijk een hele gezonde groente. Daarom blijven we innoveren.’
Planet Proof waar het kan
‘We hebben verbouwplannen om intern meer ruimte te creëren. Ook gaan we meer mechaniseren rond de teelt zelf, wat weer efficiënter zal werken. We kijken of we over kunnen stappen op een systeem waarbij de penen niet los samen in de trekbak staan, maar meer gescheiden. Hierdoor is er minder ziektedruk en groeien er grotere kroppen. Maar daarvoor hebben we wél meer bakken en ruimte nodig voor dezelfde opbrengst. Ook willen we proberen de chemische gewasbescherming te vervangen door groene gewasbeschermingsmiddelen. Vandaar dus die verbouwplannen. Duurzaamheid is ook een belangrijk onderwerp. Ik noemde al dat we Planet Proof zijn. Op het dak van onze panden liggen 3200 zonnepanelen die ons van stroom voorzien. Verder werken we met een circulair systeem als het gaat om de watervoorziening. We hergebruiken zoveel mogelijk. De gebruikte penen worden verwerkt tot veevoer en het bladafval wordt verwerkt in een biovergister. Geen onnodig afval, maar juist een belangrijk product voor een andere agrarische sector. Zo dragen we op onze manier een steentje bij aan een duurzamere wereld.’
Geef een reactie